Deze brief is voor JOU!

Lieve [.......],

Er is iets dieps en vreemds aan het idee van God, iets dat zich verhoudt tot wat we denken te weten en toch verder reikt dan woorden of definities. Je zult merken dat deze woorden slechts een startpunt zijn, een uitnodiging om zelf te ontdekken en te zien wat er daadwerkelijk is, voorbij de tegenstellingen en definities die ons vaak gevangen houden.

Laten we eerst kijken naar dat wat we God noemen. Voor velen is het een vraag die hen bezighoudt: Bestaat God? Maar wat betekent het eigenlijk om te vragen of God bestaat? Wat is de essentie van datgene waar men naar zoekt? In de geschriften van Romeinen 2:1 en Mattheüs 7:1 vinden we een diep inzicht: Wie oordeelt, oordeelt over zichzelf. Of je nu gelooft in God of niet, je staat in een relatie tot de heelheid – die zich in alles, in elke ademtocht en gedachte, voordoet. Het oordeel, of het nu richting het bestaan van God gaat of juist ontkent, is een weerspiegeling van de eigen innerlijke wereld, van wie je denkt te zijn.

Laten we nu verder kijken naar de aard van God. Wat betekent het als we spreken over God? De traditie heeft vaak gesproken over God als een mannelijke Vader, maar als we verder kijken, zien we dat de Volheid, het Pleroma, altijd al werd begrepen als een eenheidsprincipe dat mannelijk en vrouwelijk in zichzelf verenigt. God is geslachtsneutraal – androgyn, het principe dat voorbij de dualiteit gaat. God verwekt niet, en werd niet verwekt, want God is geen schepping in de gewone zin van het woord. Het is niet een persoon in de traditionele betekenis, maar een aanwezigheid die de ruimte zelf is. God is het Al, de Alheid, de Alomtegenwoordigheid. Als je zegt in God te geloven, dan zeg je eigenlijk te geloven in de Alheid – het principe dat alles omvat, zonder begin of einde, zonder ruimte of tijd.

Wie niet in God gelooft, kan niet anders dan geloven in de illusie van scheiding, in de schijn van afzonderlijkheid. Maar waar ben je dan, als je die Alheid verwerpt? Hoe kun je ontsnappen aan het feit dat alles wat je ziet en ervaart een uitdrukking is van diezelfde Alheid, die Alomtegenwoordigheid? Dit is waar het gnosticisme en esoterische tradities ons wijzen: Wie zichzelf werkelijk kent, wie in waarheid aanschouwt, komt niet voorbij de vaststelling dat hij of zij zich te midden van de Alheid bevindt. Je kunt deze werkelijkheid niet ontkennen, want alles, letterlijk alles, is deze Alheid. Zelfs jij bent het!

In de zoektocht naar God komen we al snel vast te zitten in het idee van een externe kracht, een heerser die ons van buitenaf zou moeten raken. Maar dit is waar de misverstanden beginnen.

Het beeld van God als een externe wrekende heerser zegt alles over de innerlijke staat van degene die dat beeld draagt. Wanneer we onszelf werkelijk durven zien, ontdaan van oordeel, dan zien we dat de Alheid niet ergens anders is, maar hier, in ons, om ons heen, en zelfs door ons heen. Het Koninkrijk van God is niet ergens in de verre toekomst of ver weg – het is binnenin ons en tegelijkertijd rondom ons. Het is overal, het is altijd, en het is in alles wat is.

Diegene die dit begint te zien, die de Alheid in alles begint te herkennen, begint te begrijpen wat het werkelijk betekent om god te zijn. Het is geen idee, geen voorwerp van geloof, maar een innerlijke ervaring van eenheid met alles. En wie dit ziet, groet zichzelf als god, want in waarheid is er niets anders dan deze Alheid.

Dus, als je op zoek bent naar God, weet dan dat je niet buiten jezelf hoeft te zoeken. Het Koninkrijk is hier en nu, in jou en om jou heen. Het is het enige dat er werkelijk is. En wie dat ziet, wordt gegroet als een god, want hij of zij heeft de waarheid van zijn of haar eigen wezen omarmd.

Met liefde en waarheid, een groet onder de goden,

Aissa P.S.

Johannes 10:34 Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: U bent goden?