Door niets te zijn ben je alles
- Weest Voorbijgangers
- 31 mrt
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 31 mrt
De uitspraak 'door niets te zijn ben je alles' weerspiegelt een diepe esoterische waarheid die diep geworteld is in vele spirituele tradities, waaronder het christendom, het boeddhisme, en gnostische leringen. Deze paradox is niet enkel een filosofisch idee, maar een uitnodiging tot een fundamentele verschuiving in het bewustzijn, waarbij het ego wordt getranscendeerd en men in contact komt met de ware aard van Zelf. Dit proces, dat door veel mystici en esoterische tradities wordt genoemd als de reis naar innerlijke bevrijding, is een bevrijding van het ego, van de identificaties die we met onze gedachten, verlangens, en zelfs ons lichaam hebben.
De paradox van het niets zijn en alles zijn
De paradox die in de uitspraak schuilt, namelijk dat "niets zijn" gelijkstaat aan "alles zijn", raakt aan de essentie van de spirituele reis. Het "niets zijn" verwijst naar het loslaten van alle identificaties die we hebben met de vormen van het ego, de rollen die we spelen, en de verlangens die ons vastzetten in de wereld van verschijnselen. "Alles zijn" betekent dan de toegang tot een universele, onbegrensde staat van zijn, waarin het individu niet meer wordt beperkt door zijn beperkte perspectief van ego en zelfbeeld, maar zich bewust wordt van zijn essentie als deel van het Al.
Dit is een dieper inzicht dat de gnostische traditie kenmerkt: Het idee dat de werkelijke bevrijding ligt in het overstijgen van de dualiteiten van de materiƫle wereld en het doorzien van de illusies die ons gevangen houden. In het gnosticisme wordt de materiƫle wereld vaak gezien als een valstrik, een illusie gecreƫerd door de demiurg (een lagere godheid of schepper) die de zonden 'doel missen' en beperkingen van de fysieke wereld voortbrengt. De spirituele bevrijding ligt niet in het verkrijgen van meer materiƫle zaken, maar in het doorzien en transcenderen van de illusie van de materie zelf.
Het ego en de binding aan 'iets'
De fundamentele oorzaak van lijden, zoals beschreven in de meeste spirituele tradities, is onze identificatie met het ego, met het idee dat we iets moeten zijn om waarde 'iets' te hebben. Het ego zoekt voortdurend bevestiging door zich vast te klampen aan ideeĆ«n, bezittingen, en zelfs spirituele ervaringen. Deze drang naar bevestiging en het vasthouden aan verlangens creĆ«ert een keten die ons bindt aan de vergankelijke wereld. De esoterische leringen, zoals die in de gnostische traditie, leren dat deze identificaties met externe vormen ā van onze status, werk, familie, of zelfs spirituele inzichten ā ons vasthouden in een cyclus van voortdurende vervulling van verlangen, die uiteindelijk altijd teleurstelling met zich meebrengt, omdat geen enkele vorm permanent of volmaakt is.
Het gnostische begrip van de archontenĀ ā de duistere, beperkende krachten van de materie ā legt uit dat het ego een soort āgevangenisā is waarin we onszelf vrijwillig bevinden. Door ons te identificeren met iets, geven we de archonten de kracht om ons in de greep te houden van de vergankelijke wereld. Pas door het doorzien van deze illusie en het loslaten van de gehechtheid aan deze vormen kunnen we de bevrijding bereiken die de gnostici "gnosis" noemen ā de directe kennis van het Goddelijke en van onze ware aard.
Het Christendom en het Christusbewustzijn
In de christelijke traditie vinden we een soortgelijke boodschap in de uitspraak van Jezus in Mattheüs 10:37: Wie vader of moeder meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waardig. Dit lijkt aanvankelijk een harde uitspraak, maar het verwijst naar het diepere spirituele principe van het overstijgen van gehechtheid aan wereldse dingen. Jezus roept ons op om de prioriteit van ons ego en onze identificaties met tijdelijke zaken los te laten, zodat we volledig in contact kunnen komen met onze goddelijke essentie.
De boodschap van Jezus in zijn leringen over het Koninkrijk van GodĀ kan ook worden gezien als een uitnodiging om deze gehechtheden en verlangens los te laten. Het Koninkrijk van God is niet iets dat we extern kunnen verkrijgen, maar is een innerlijke staat van zijn. In Lukas 17:21 zegt Jezus: Het Koninkrijk van God is binnenin jullie. Dit is een esoterisch inzicht dat de gnostici ook in hun leringen benadrukken: Het koninkrijk van het Goddelijke is niet een externe bestemming, maar een innerlijke ervaring van waarheid en vrijheid dat zich openbaart wanneer we onszelf bevrijden van de wereldse bindingen en verlangens.
Het Christusbewustzijn wordt dan een staat van zuivere aanwezigheid, waarin we ons niet langer definiĆ«ren door de vergankelijke vormen van het ego, maar ons identificeren met het onpersoonlijke, het universele Zelf. Het is een bewustzijn dat voorbijgaat aan tijd, ruimte, en vorm ā een bewustzijn dat volledig in het moment is, los van alle verlangens, en daardoor openstaat voor de realisatie van onze ware, ongebonden aard.
Nirvana en het Boeddhisme: Het loslaten van alle beperkingen
In het boeddhisme vinden we een gelijkaardig concept in de term Nirvana, wat letterlijk "uitdoven" betekent ā het uitdoven van verlangen, gehechtheid en lijden. Nirvana is niet iets dat we verkrijgen door het nastreven van bepaalde doelen, maar is een staat die we bereiken door het loslaten van alles wat we denken te moeten hebben. In deze staat van zijn is er geen identificatie meer met de verlangens van het ego, geen vastklamping aan uiterlijke vormen of gedachten, en dus geen lijden meer.
De boeddhistische leringen benadrukken het anattaĀ (de afwezigheid van het permanente zelf) en aniccaĀ (de vergankelijkheid van alle dingen). Door het begrip van deze concepten komen we tot de realisatie dat alle dingen in ons leven ā inclusief onze gedachten, emoties en fysieke vormen ā vergankelijk zijn. Het verlangen naar iets ā zelfs verlichting zelf ā is een manier waarop het ego zich vasthoudt aan de illusie van afscheiding van de universele stroom van het leven. Wanneer we alles loslaten, ontdekken we dat we altijd al het volledige zijn, een onbegrensde expressie van de diepere universele realiteit.
De diepte van loslaten: Het esoterische pad naar vrijheid
Het pad van spirituele bevrijding is er niet een van verwerven, maar van afwerpen. Dit is de diepte van de leringen van mystici zoals Meister Eckhart, die de noodzaak benadrukte om onszelf leeg te maken van alles wat we denken te moeten zijn. Eckhart zei: God is dichter bij jou dan jij bij jezelf. Dit betekent dat we door los te laten van onze ego-identificaties in contact komen met de diepe innerlijke essentie die altijd al in ons aanwezig is. In dit "niets zijn", maken we ruimte voor de Goddelijke realisatie die onze ware aard is.
De esoterische leringen die deze principes omvatten, brengen ons tot het besef dat het ego slechts een tijdelijke constructie is, een valse identiteit die zich vasthoudt aan vergankelijke dingen. Door het ego te doorzien en onze identificaties te doorbreken, openen we ons voor de ultieme vrijheid ā de vrijheid van het Al, de vrijheid van het Zijn, de vrijheid van de eeuwige essentie die altijd al in ons aanwezig was.
Conclusie: Het pad naar innerlijke bevrijding
De diepste spirituele realisatie is een innerlijk proces van loslaten en bevrijding. Het pad naar verlichting gaat niet over het verkrijgen van iets buiten onszelf, maar over het afwerpen van alles wat we dachten te moeten zijn. Door "niets te zijn", openen we ons voor alles wat we werkelijk zijn, een ongebonden, vrije expressie van het Al. Dit is de essentie van de spirituele bevrijding die door mystici, gnostici, en spirituele leringen over de hele wereld wordt benadrukt.
In de leegte van het "niets zijn", komen we tot de ultieme ervaring van onze ware, goddelijke natuur.
Spiritualiteit die draait om iets ā of het nu om spirituele ervaringen, verlichting, of zelfs om een specifieke spirituele identiteit ā blijft altijd verbonden met het ego. Het ego is degene die zoekt, verlangt, en zich identificeert met wat het denkt te moeten bereiken. Echter, ware spiritualiteit gaat voorbij aan deze verlangens en identificaties, en vraagt ons alles los te laten, inclusief de behoefte om iets te zijn of te bereiken. De zoektocht naar iets binnen de spiritualiteit kan ons alleen verder afleiden van de diepere waarheid die we in onszelf dragen.
