Gnosticisme: Non-dualiteit
- Weest Voorbijgangers
- 23 mrt
- 3 minuten om te lezen
Non-dualiteit is een belangrijk concept dat in verschillende spirituele tradities terugkomt, waaronder de gnostieke leer. In de gnostiek verwijst non-dualiteit naar de ervaring van de eenheid van alles wat bestaat, waarin het onderscheid tussen God, de Schepping en de mens verdwijnt. Het idee is dat er geen werkelijke afscheiding bestaat tussen het Goddelijke en de wereld van de zintuigen, maar dat deze scheiding een illusie is die voortkomt uit de menselijke onwetendheid of "ignorantie" (de term "agnosis" in de gnostieke traditie).
1. Het gnostieke begrip van het Goddelijke:
In de gnostieke leer is het Goddelijke vaak te begrijpen als een transcendent en onkenbaar principe, dat voorbij de dualiteiten van goed en kwaad, licht en donker, of zelfs mannelijk en vrouwelijk ligt. Dit beginsel wordt vaak aangeduid als de Pleroma, wat letterlijk "volheid" betekent. Het Pleroma is een staat van perfecte eenheid en harmonie waarin de Goddelijke essentie volledig is. De Pleroma wordt vaak afgebeeld als het onuitsprekelijke en onkenbare, eenheid van alle dingen, het "absolute" in zijn zuiverste vorm.
2. De val van de ziel en de illusie van dualiteit:
In veel gnostieke systemen wordt de menselijke ervaring gekarakteriseerd door de val of het verval van de ziel, die zich afscheidt van de oorspronkelijke eenheid met God. Dit wordt vaak beschreven in termen van de kenosis, of de 'zelflediging' van de Goddelijke essentie, wat leidt tot de schepping van de materiƫle wereld en de geestelijke verdeeldheid die de mens ervaart. De wereld die wij ervaren is dan een wereld van dualiteit, waarin we gescheiden lijken te zijn van het Goddelijke, maar deze scheiding wordt gezien als een illusie die voortkomt uit de 'val' van het menselijke bewustzijn.
De gnostieke leer stelt dat deze dualiteit kan worden doorbroken door gnosis, of het directe innerlijke weten, dat een terugkeer naar de eenheid met het Goddelijke mogelijk maakt. Het bereiken van gnosis is een spirituele ontwaking die de ziel in staat stelt de illusies van de gescheidenheid te overstijgen en zich weer te verenigen met het Pleroma, de volheid van God.
3. Gnostieke teksten die wijzen op de eenheid van het Goddelijke:
In verschillende gnostieke geschriften wordt de idee van non-dualiteit en eenheid met God verder uitgewerkt:
Het Evangelie van Thomas: In dit evangelie worden verschillende uitspraken van Jezus gegeven die verwijzen naar de fundamentele eenheid van alles. In logion 22 bijvoorbeeld, zegt Jezus: "Wanneer je maakt van twee, zal dat wat je maakt ook twee zijn, maar wanneer je het ƩƩn maakt, zal dat wat je maakt ƩƩn zijn." Dit benadrukt het idee dat de waarlijke aard van de realiteit ƩƩn is, maar deze eenheid wordt pas ervaren wanneer de scheiding van het dualistische denken wordt opgeheven.
Het Apocrief van Johannes: In dit gnostieke geschrift wordt de schepping beschreven als een voortvloeisel uit de Goddelijke bron (Pleroma), maar een vervorming van de oorspronkelijke eenheid (Pleroma). Het vertelt het verhaal van hoe de Demiurg (een lagere God) de materiƫle wereld creƫerde, maar niet het volledige beeld van de spirituele realiteit vertegenwoordigt. Dit idee van de 'schepper' als een tussenfiguur benadrukt dat de ware Godheid buiten de schepping ligt en transcendeert.
4. Het concept van de terugkeer naar de Goddelijke eenheid:
De gnostieke leer ziet de terugkeer naar de volheid van God als het uiteindelijke doel van de menselijke ziel. Dit proces wordt vaak gepresenteerd als een spirituele reis van verlichting en zelfkennis, waarbij de mens zijn ware essentie en zijn relatie tot de Goddelijke realiteit herstelt. In veel gnostieke tradities is dit een innerlijk proces waarbij de ziel zich bevrijdt van de ketens van de materiƫle wereld en zich herinnert wie zij werkelijk is: een eeuwig en ongescheiden deel van het Goddelijke.
In dit proces wordt het idee van non-dualiteit centraal. Wanneer de ziel zich herinnert dat de afscheiding van het Goddelijke slechts een illusie is, ontstaat er een ervaring van de eenheid van alles, waarbij de menselijke zelf geen gescheiden entiteit meer is, maar een deel van de universele Goddelijke essentie. Dit is de ware gnostische ervaring van eenheid met het Pleroma.
Conclusie:
Non-dualiteit in de gnostieke leer is het besef dat alle schijnbare scheidingen in de werkelijkheid illusies zijn, voortkomend uit onwetendheid en de ervaring van de val. De echte waarheid is dat alles ƩƩn is in de Goddelijke volheid, het Pleroma. Door gnosis, door innerlijke kennis, kan de ziel de sluier van dualiteit doorbreken en zich herenigen met de bron van alles. De gnostieke leer biedt niet alleen een filosofische visie, maar een spirituele route naar die eenheid, waarbij de illusie van afscheiding wordt opgeheven en de terugkeer naar de volledige eenheid met het Goddelijke wordt bereikt.
