top of page

Gnosticisme: Scheppingsverhaal

  • Foto van schrijver: Weest Voorbijgangers
    Weest Voorbijgangers
  • 19 mrt
  • 5 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 23 mrt

In het gnostieke scheppingsverhaal spelen Sophia, de Demiurg, en Christus (of vaak een gnostische variant van Christus, zoals de Logos) een cruciale rol. Dit verhaal verschilt sterk van het traditionele Bijbelse scheppingsverhaal en legt de nadruk op de spirituele betekenis achter de materiële wereld en de bevrijding van de ziel.


Sophia (Wijsheid) en de val:


In de gnostiek is Sophia (de Griekse naam voor Wijsheid) een van de hoogste emanaties van de onkenbare, transcendente God. Sophia is vaak een vrouwelijke figuur, die samen met andere aeons (goddelijke emanaties) voortkomt uit het goddelijke rijk van de puurste spirituele realiteit.


Sophia verlangt naar kennis van de ultieme bron (God) en probeert deze kennis te verkrijgen, maar in haar streven naar zelfbegrip en kennis, veroorzaakt ze een "val" uit het goddelijke rijk. Deze val resulteert in het ontstaan van de Demiurg, een lagere, onvolmaakte godheid die Sophia verlaat en die de schepper wordt van de materiële wereld. In sommige versies van het verhaal is de Demiurg zelfs onwetend van het hogere goddelijke rijk en ziet hij zichzelf als de enige en hoogste kracht.


De Demiurg:


De Demiurg is een scheppergod die verantwoordelijk wordt gehouden voor het creëren van de fysieke wereld. In gnostische verhalen wordt de Demiurg vaak afgebeeld als een arrogante en onwetende entiteit die de lagere, materiële wereld beheerst, maar geen kennis heeft van de hogere spirituele werkelijkheden. Hij wordt vaak gezien als een "valse god" die de mensen in de illusie van de materiële wereld houdt en hen afhoudt van de waarheid en de verbinding met het goddelijke.


De Demiurg is een belangrijke figuur in het gnostieke idee van de gevangenis van de ziel. De mens wordt gezien als een spiritueel wezen dat gevangen zit in het fysieke lichaam, geschapen door de Demiurg, dat enkel bevrijd kan worden door het verkrijgen van gnosis (innerlijke kennis).


Christus en de verlossing:


In gnostieke tradities wordt Christus vaak niet gezien als de letterlijke zoon van God, maar als de belichaming van de Logos of de goddelijke wijsheid die de mensen komt verlossen. Christus vertegenwoordigt het goddelijke principe dat de ziel van de mens kan bevrijden van de illusie van de materie en de controle van de Demiurg.


In veel gnostische systemen wordt Christus niet als een fysieke historische figuur beschouwd, maar als een spirituele entiteit die het mogelijk maakt voor de mens om weer verbinding te maken met de hogere, transcendente werkelijkheid. Hij brengt de gnosis (kennis) die de ziel in staat stelt haar ware, goddelijke aard te herinneren en uiteindelijk terug te keren naar de bron.

Christus, in dit geval, is de verlichte leraar die de sleutel tot bevrijding biedt door de kennis die de ziel bevrijdt van de ketenen van de materie. Zijn rol is om de mensheid te wijzen op de hogere werkelijkheid en om de val van Sophia en de heerschappij van de Demiurg te overstijgen.


In de gnostiek wordt de term "Christus" vaak gezien in een symbolische en esoterische context, waarbij de nadruk ligt op innerlijke verlichting en de ontdekking van verborgen kennis (gnosis). Gnostici interpreteren het verhaal van Jezus vaak anders dan de traditionele christelijke leer. In plaats van een puur historisch figuur, wordt Jezus in de gnostiek vaak gezien als een spirituele leraar die de mensheid helpt om de verborgen, diepere waarheid over de menselijke ziel en het universum te begrijpen.


De gnostische visie op Jezus en de Christus kan als volgt worden samengevat:


1. Jezus als de "gnostische Christus"


In de gnostische traditie is Jezus niet alleen een historische figuur die voor de zonden van de wereld stierf, maar een "hemelse" of "geïntegreerde" Christus die de sleutel tot innerlijke verlichting en bevrijding biedt. Christus wordt hierin gezien als een spiritueel wezen dat tijdelijk het menselijke lichaam van Jezus bewoonde, maar Zijn ware essentie is goddelijk en transcendent. In deze visie is de "Christus" meer dan een persoon: het is een goddelijke kracht die naar de aarde komt om de mensen te leiden naar kennis van hun ware zelf en de goddelijke bron.


2. De Christus en het ontwaken van innerlijke kennis


In veel gnostische geschriften, zoals het Evangelie van Thomas of het Evangelie van Filippus wordt de Christus afgebeeld als degene die innerlijke kennis (gnosis) brengt, die leidt tot bevrijding van de materiële wereld en van de illusies die de ziel gevangen houden. De gnostische leer stelt dat de materiële wereld en het lichaam vaak worden gezien als gevangenissen voor de ziel, en dat de echte "verlossing" plaatsvindt wanneer iemand zich bewust wordt van zijn of haar goddelijke aard en het gnostische pad van kennis volgt.


3. Jezus' dood en opstanding als spiritueel proces


In plaats van Jezus' dood en opstanding te zien als een manier om de zonden van de mensheid weg te nemen, zien gnostici deze gebeurtenissen als een symbolisch proces van transformatie. De kruisiging kan worden gezien als het symbolische sterven van de valse zelf (de lagere natuur, het ego) en de opstanding als de spirituele wedergeboorte en het ontwaken van hogere kennis. Het idee van het "christusbewustzijn" is dat elke persoon de mogelijkheid heeft om deze innerlijke verlichting te behalen om zo het goddelijke in zichzelf te ontdekken.


4. De "Christus" als het hoogste gnostische principe


De Christus in gnostische teksten is vaak niet alleen een persoon (Jezus) maar een archetype of een goddelijke emanatie die alle waarheden en wijsheden vertegenwoordigt. Dit Christus-bewustzijn is verbonden met de "Pleroma" (de volheid van het goddelijke) in de gnostieke cosmologie, wat aangeeft dat de ware Christus geen aparte historische figuur is, maar een universum van goddelijke waarheid en kennis. Gnostici geloven vaak dat de Christus ons leidt naar een eenheid met de bron van alles, wat de ultieme bevrijding van de ziel betekent.


Belangrijke gnostische teksten:


  • Evangelie van Thomas: In dit evangelie is Jezus niet alleen een verlosser, maar een leraar die esoterische kennis deelt met zijn volgelingen. Hij leert dat "het Koninkrijk van God binnenin jou is" en dat ware verlichting komt van het begrijpen van deze diepere waarheid.


  • Evangelie van Filippus: Dit evangelie benadrukt de betekenis van de bruiloft van Jezus en Maria Magdalena als symbolen van de eenheid tussen het mannelijke en vrouwelijke principe, wat ook een belangrijk thema is in de gnostische spiritualiteit.


In de gnostiek wordt Jezus meer gezien als een boodschapper van verborgen kennis dan als de verlosser van zonden in de traditionele zin. De Christus is een symbolisch en spiritueel principe dat helpt bij het ontwaken van de goddelijke kennis en het bevrijden van de ziel van de beperkingen van deze materiële wereld. Jezus' rol is die van een leraar die mensen helpt deze innerlijke waarheid te ontdekken en te begrijpen, de dood en opstanding van Jezus worden onder andere geïnterpreteerd als een spiritueel proces van innerlijke transformatie en verlichting.


Samenvatting van het gnostieke scheppingsverhaal:


  1. Sophia, de vrouwelijke wijsheid, probeert de ultieme kennis van God te verkrijgen, maar haar verlangen leidt tot haar val en de schepping van de Demiurg, een lagere godheid.

  2. De Demiurg creëert de fysieke wereld, maar is onwetend van het hogere spirituele rijk en houdt de zielen gevangen in de materie.

  3. Christus (of de Logos) komt als verlichte kennis om de mensen te bevrijden van de illusies van de materiële wereld, hen te herinneren aan hun ware goddelijke aard, en hen terug te leiden naar de hoogste spirituele werkelijkheid.


Het gnostieke scheppingsverhaal benadrukt de dualiteit tussen het hogere spirituele rijk en de lagere materiële wereld, en de zoektocht van de ziel naar bevrijding door kennis en verlichting.



©2025 Weest Voorbijgangers

bottom of page