Jezus: De schijn van religie
- Weest Voorbijgangers
- 22 mrt
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 24 mrt
Mattheüs 7:21-23 bevat een krachtige waarschuwing van Jezus, waarin Hij zegt:
"Niet ieder die tegen Mij zegt: ‘Heer, Heer,’ zal het Koninkrijk der Hemelen binnengaan, maar wie de wil doet van Mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen in die dag tegen Mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd, in Uw naam demonen uitgedreven en in Uw naam vele wonderen gedaan?’ En dan zal Ik hun openlijk zeggen: ‘Ik heb jullie nooit gekend. Ga weg van Mij, jullie die de wetteloosheid bedrijven.’" (Mattheüs 7:21-23)
Vanuit een esoterisch en gnostisch perspectief, gaat deze passage verder dan een simpele waarschuwing tegen valse religiositeit of buitenstaanders, en heeft het diepere spirituele implicaties die te maken hebben met ware kennis (gnosis) en de innerlijke weg naar verlichting.
1. "Niet ieder die zegt: Heer, Heer" – De schijn van religie
In een gnostisch kader vertegenwoordigen de woorden "Heer, Heer" de uiterlijke vormen van religie, rituelen of geloof die door velen worden geuit zonder dat er echte innerlijke transformatie heeft plaatsgevonden. Het simpele uitspreken van religieuze woorden of het uitvoeren van religieuze handelingen is niet genoeg om het Koninkrijk der Hemelen (de hogere staat van bewustzijn) te bereiken.
Esoterisch betekent dit dat de zoektocht naar verlichting of spirituele waarheid niet slechts een kwestie is van uiterlijke handelingen of vormen, maar dat het de innerlijke verandering, het ervaren van de diepere waarheid, en het handelen volgens die kennis vereist.
2. "De wil van Mijn Vader doen" – Innerlijke wijsheid en gnosis
Het "doen van de wil van de Vader" verwijst naar het volgen van de innerlijke goddelijke wil, het in harmonie zijn met de ware essentie van het universum. In gnostische zin betekent dit het ontdekken van de diepere waarheid over onszelf en het universum (gnosis) en handelen vanuit die kennis.
Het gaat erom de zelftransformatie te ondergaan, het ego los te laten, en te handelen vanuit liefde, waarheid en wijsheid, in plaats van vast te houden aan oppervlakkige rituelen of vrome woorden zonder een diepere betekenis of ervaring.
3. "Velen zullen zeggen: 'Hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd?'" – onwetendheid van de werkelijke waarheid
De mensen die zeggen: "We hebben in Uw naam geprofeteerd" representeren degenen die misschien buitengewone spirituele ervaringen hebben gehad of ogenschijnlijk wonderen hebben verricht, maar die zich niet hebben verbonden met de diepere, ware kennis. Ze handelen misschien in naam van God of het hogere, maar hun daden zijn niet gebaseerd op echte kennis of liefde, maar op extern vertoon of egoïstische motieven.
Gnostisch gezien verwijst dit naar de onwetendheid van de "echte" innerlijke kennis – het idee dat spirituele daden of "wonderen" zonder de fundamentele ervaring van de diepere waarheid slechts lege handelingen kunnen zijn, zonder de noodzakelijke transformatie van binnenuit.
4. "Ik heb jullie nooit gekend" – Gebrek aan innerlijke verbondenheid
Het antwoord van Jezus: "Ik heb jullie nooit gekend" kan esoterisch worden geïnterpreteerd als het niet erkennen van de diepere, persoonlijke verbinding met het goddelijke of het hogere zelf. In de gnostiek wordt vaak gesproken over de noodzaak om een directe ervaring te hebben van de goddelijke waarheid, wat innerlijke verlichting of gnosis inhoudt. Zonder deze directe ervaring is er geen echte "kennis" van het goddelijke.
Deze passage benadrukt dat het niet gaat om oppervlakkige handelingen of uitingen, maar om een diepere, innerlijke relatie met de waarheid, die tot leven moet komen in de persoon zelf.
5. "Jullie die de wetteloosheid bedrijven" – Ego en onwetendheid
Het woord "wetteloosheid" kan in een gnostische context worden geïnterpreteerd als het handelen vanuit het ego of onwetendheid. Het betekent het volgen van de verlangens van het ego in plaats van het hogere zelf, wat leidt tot chaos en verdrukking in het spirituele leven.
Het "bedrijven van de wetteloosheid" betekent het handelen zonder de leiding van innerlijke waarheid en spirituele kennis. In plaats van te handelen uit liefde, waarheid en wijsheid, handelen degenen die de wet van hun ego volgen op basis van zelfzucht, hebzucht, of andere aardse verlangens.
Esoterische samenvatting:
Mattheüs 7:21-23 spreekt over het belang van innerlijke transformatie en kennis (gnosis) om toegang te krijgen tot het "Koninkrijk der Hemelen," wat symbool staat voor een hogere staat van bewustzijn en spirituele verlichting. Het benadrukt dat oppervlakkige religiositeit, het uitspreken van woorden of het doen van rituelen zonder diepe innerlijke verandering, niet voldoende is. Het gaat erom de goddelijke wil te doen – wat in gnostische termen betekent dat men zijn innerlijke waarheid ontdekt en leeft volgens die kennis. De echte kennis van het goddelijke en het leven volgens die waarheid is de sleutel tot spirituele bevrijding.
