top of page

Mag ik ook iets?

  • Foto van schrijver: Weest Voorbijgangers
    Weest Voorbijgangers
  • 23 mrt
  • 4 minuten om te lezen

Het verlangen van het ego, dat zich altijd aandient met de vraag "mag ik ook iets?", is een klassiek voorbeeld van de illusie van onvolledigheid en de constante zoektocht naar bevrediging. In de gnostieke traditie wordt dit verlangen gezien als een symptoom van de ziel die zich nog niet bewust is van haar ware, onvergankelijke natuur. Het ego, in zijn voortdurende verlangen naar meer, is als een bodemloze put, altijd zoekend naar vervulling in de externe wereld, maar nooit in staat om werkelijke tevredenheid te vinden. De vraag "mag ik ook iets?" is in wezen de uitdrukking van een diepe pijn van afgescheidenheid, van het gevoel dat iets ontbreekt, iets wat niet extern kan worden vervuld.


Het ego en het eindeloze verlangen


In de gnostieke visie is het ego een tijdelijke constructie, een valse identiteit die wordt gevormd door onze identificatie met de fysieke en materiĆ«le wereld. Het ego is altijd op zoek naar externe bevestiging, bezit, status, en ervaringen die het gevoel van ā€˜iemand kunnen zijn’ versterkt. De drang naar vervulling is eindeloos, omdat het ego voortdurend nieuwe verlangens creĆ«ert zodra de oude bevredigd zijn. Dit is het mechanisme van de ā€œhongerā€ van het ego: het is nooit tevreden, want het probeert te voeden wat van nature leeg is.


Wanneer iemand zich afvraagt; "mag ik ook iets?", is dat niet alleen een verlangen naar fysieke bevrediging, maar ook een innerlijk gemis, een gevoel van incompleet zijn. Het is een roep om erkenning van de ware zelf, een vraag die in wezen vraagt om liefde, waarheid, en vervulling die alleen van binnenuit kan komen.


Het onbewuste gemis naar Zelf


Gnostiek leert dat het ego voortkomt uit een staat van onwetendheid over onze diepere, spirituele natuur. Het ego is een illusie die zich afscheidt van het geheel, maar deze afscheiding is niet echt — het is slechts een ervaring die we onszelf opleggen door ons te identificeren met het fysieke lichaam, de gedachten en de verlangens. Het verlangen van het ego (ā€œmag ik ook iets?ā€) is dus niet alleen een symptoom van een verlangen naar materiĆ«le dingen, maar ook van de innerlijke leegte die ontstaat wanneer we onszelf niet kennen, wanneer we niet in verbinding staan met onze diepere waarheid.


De gnostieke leer spreekt van de vergetenheid van het Zelf, van het verlies van onze oorspronkelijke eenheid met het Al. We zoeken buiten onszelf naar vervulling omdat we vergeten zijn wie we werkelijk zijn. Maar de waarheid is dat we altijd al compleet en heel zijn, een goddelijke essentie die niet afhankelijk is van externe bevredigingen. Dit innerlijke gemis is in wezen een uitnodiging om naar binnen te keren, om de diepte van het Zelf te ontdekken die boven het vergankelijke uitsteekt.


Het overstijgen van de egoĆÆstische wens: Kennis van Zelf


De sleutel tot het overstijgen van de eindeloze verlangens van het ego ligt in de kennis van het Zelf. In de gnostieke esoterische traditie wordt het pad naar verlichting gezien als een innerlijke reis van zelfontdekking, waarbij we onze ware essentie leren kennen die voorbij de vergankelijke, uiterlijke wereld ligt. Wanneer we ons innerlijke Zelf werkelijk leren kennen, door middel van meditatie, zelfreflectie, en spirituele oefening, realiseren we ons dat er geen gebrek is — er is alleen een onveranderlijke, goddelijke essentie die in ons aanwezig is.


Het is pas wanneer we ons losmaken van de identificatie met de verlangens van het ego en ons verbinden met ons ware Zelf, dat de eindeloze honger naar bevrediging verdwijnt. In plaats van steeds weer te vragen; "mag ik ook iets?", beginnen we te ervaren dat we alles al in onszelf hebben. Dit is de ultieme bevrijding volgens de gnostieke leer; het begrijpen dat het Zelf al compleet is, dat we niet afhankelijk zijn van de externe wereld om onze diepste verlangens te vervullen.


Het pad naar innerlijke vervulling


Om het verlangen van het ego te overstijgen, moet men zich richten op het begrijpen van de vergankelijkheid van de wereld en het tijdelijke karakter van de verlangens die ons gevangen houden. Door jezelf te kennen — echt te kennen, voorbij de identificatie met je lichaam, gedachten en verlangens — kom je tot het besef dat je een onsterfelijke, ongerepte essentie bent, een deel van het goddelijke geheel. Dit pad naar zelfkennis is het enige wat werkelijk vervult, want het leidt tot het besef dat je altijd al heel en compleet bent, en dat er niets buiten jou is dat je geluk of vervulling kan geven.


Gnostiek leert dat de zoektocht naar bevrediging van de verlangens van het ego eindigt in lijden, omdat het ego altijd hongerig blijft. Het overstijgen van dit verlangen komt door het ontwaken van het spirituele bewustzijn: het besef dat je innerlijk geheel bent, en dat vervulling niet in de externe wereld te vinden is, maar in jezelf. Alleen wanneer we het ego en zijn verlangens loslaten, kunnen we het ware, onvergankelijke Zelf ervaren.


Conclusie


Het verlangen "mag ik ook iets?" is de uitdrukking van de eeuwige honger van het ego, een verlangen dat voortkomt uit een onbewust gemis naar het Zelf. Volgens de gnostieke en esoterische leer komt ware bevrijding niet van het voldoen aan de verlangens van het ego, maar van het leren kennen van onze ware natuur. Het pad naar verlichting is een innerlijke reis waarin we ons losmaken van de illusie van afscheiding en het tijdelijke, en ons verbinden met de onvergankelijke waarheid van onszelf. Alleen dan zullen we ervaren dat we alles al in onszelf hebben, en dat echte vervulling alleen van binnenuit kan komen.



©2025 Weest Voorbijgangers

bottom of page